We woonden met z’n tienen tot de nok toe volgestouwd
In een tijdelijke woning die werd hier voor ons gebouwd We hebben moeten vluchten en we konden nergens heen Tot die tijdelijke woning opeens voor ons verscheen We houden het proper men noemt ons asociaal Staan op onze strepen ze vinden ons brutaal Men waarschuwt zijn dochter “O meid kijk toch uit, Daar zit het grootste geteisem van Zuid! En het zijn net konijnen, drie in een worp Ga niet met een vrijer uit het Brabantse dorp”. Er zal wel wat gejat zijn, ’s avonds laat nog kattenkwaad En je auto repareren dat deed je zo op straat Maar al snel gebeurde waarop buiten werd gehoopt Ter ere van het Zuidplein werd het betonnen dorp gesloopt Kom jij uit het nooddorp, dan krijg je steeds de schuld Je bent niet echt welkom, maar je wordt geduld Men waarschuwt z’n dochters “O meiden kijk uit, Daar zit het grootste geteisem van Zuid! En het zijn net konijnen, drie in een worp Ga niet met een vrijer uit het Brabantse dorp”. Het Dorp is nu een vereniging voor de gezelligheid Daar kun je lekker praten over de goeie ouwe tijd En klagen over misdaad, de verkleuring van de stad Met die nieuwe immigranten hebben we ’t helemaal gehad We houden het proper men noemt ons asociaal Staan op onze strepen ze vinden ons brutaal Men waarschuwt zijn dochter “O meid kijk toch uit, Daar zit het grootste geteisem van Zuid! En het zijn net konijnen, drie in een worp Ga niet met een vrijer uit het Brabantse dorp”.
|